Cointreau

-Ja ma, ik wil dat doen. Met lichte tegenzin maar voor ’t goede doel. Als je zesentachtig wordt en nog maar één jaar de wagen definitief – na een aanrijding, tja – aan de kant gezet hebt hoor je ergens  aan te kloppen wil je nog wat. Ze zou bv. ook graag hebben dat ik met haar ga winkelen en dan zeg ik:  ma, ik moet al zo’n moeite doen om voor mezelf te gaan winkelen maar rijden naar haar tien jaar oudere zus krijgt ze van mij gedaan.

-Heb je haar adres? vraag ik nog snel want het is een uur rijden. Nee, maar ze weet het zijn. Ik wil aan haar lange- noch korte termijngeheugen twijfelen en zeg dat ik haar geloof. Een beetje positieve suggestie brengt me misschien bij het  juiste adres. Tante Maria, het moet vijf jaar geleden zijn dat ik haar nog zag. Ik ben weer het kind dat zich tegen haar rondborstige Willendorf-boezem gooi, de moederfiguur bij uitstek, hààr dochter had ik willen zijn maar ik was in een ander nest geboren.

Mor, kek nekje wi da doar es! De twee wankelende maar overgelukkige weerziende zussen zoenen mekaar op elke wang en dan op de mond. Dat familiegebruik is nieuw voor mij. Ze zijn nog niet gezeten of ik moet de beste fles, pardon, flessen bovenhalen. De eerste wordt meteen afgekeurd als goedkope bocht in een mooi rieten verpakking, weg ermee. Vandaag alleen ’t beste van ’t beste. Cointreau dan maar? Ze klinken en kijken mij en elkaar lachend aan. Het klinken gaat door en ik vreesde al voor een zatte ma op de terugreis als daar de kaas niet geweest was. In de keuken snij ik naarstig blokjes en haal de sandwiches en boterkoeken boven. We wimpelen het geplande restaurantbezoek snel af, het is té gezellig. En het wordt nog beter. Dat mijn grootmoeder heetgebakerd was had  tante Maria nooit vermoed en ze klapt in d’er handen als ma haar levenslang bewaard geheim prijs geeft. Ze lachen mijn vraag naar voorbehoedsmiddelen weg. Tien kinderen waren er gekomen waarvan alleen de laatste in het ziekenhuis werd geboren. Terwijl tante Maria al de jongere kinderen mee bemoederde had ze haar moeder nooit borstvoeding weten geven en dat was raar want enkel Amedé kreeg de fles. Achttien jaar kraambed en dat het niet aan grootvader lag wist mijn moeder. Wat hun ma in zo’n bezigheid toch gezien had? Voor hen was het een opoffering, haha, ze giechelen als twee kinderen, verslikken zich haast in hun glas. Hun mannen mochten snel ‘hun werk’ doen, blij dat ze er van af waren. Hihi en haha. En dat ma raar opgekeken had toen haar schoonmoeder naar het paringsgedrag van haar eigenste zoon infomeerde. Gewoon omdat haar man – grootvader zaliger, nooit gekend –  alle dagen zonodig ‘moest’ en ze stond dat toe om te vermijden dat hij naar een ander trok.

Wijs volk.

~ door pyreja op februari 27, 2010.

4 Reacties to “Cointreau”

  1. Prachtig, ik zie het zo voor mij 🙂

  2. ‘ tja, een gevoelens of gedachtenkloof tussen man en vrouw? Trachten zij naar kinderen en wij naar sex? Ik tracht althans ook naar tederheid.

  3. @Patrick, dat hoop ik ook dat wij naar iets anders trachten dan louter ‘ondergaan’, ze zijn dan ook wel van een andere generatie : )
    @Blogbaas: ik heb me die middag niet beklaagd, nooit te oud om te leren

  4. Zalig!

Plaats een reactie