Dimmen

Ik wandel zijn kamer binnen . Ogenblikkelijk kijkt hij op en trekt zijn slaapwezen in duizend grimassen. Met lede ogen hoor ik hem aan:- Madame, je peut pas boire, ni manger, nu faire pipi. C’est vrais, ça ne vas pas, il faut voire un docteur. Zijn handen trillen terwijl hij rechtop in bed gaat zitten. Perseveraties. Honderdmaal per dag herhaalt hij hetzelfde telkens een witte schort in ’t vizier komt.


Ik leg mijn hand op zijn schouder om hem tot kalmte aan te manen. Hij kijkt me steels aan en herhaalt wat hij juist gezegd heeft. – Kom, Paul, naar de badkamer, je moet je omkleden. Ca ne va pas, je peut pas…. stuntelt hij voor de spiegel maar neemt toch zijn washand ter hand. Ik laat het water stromen, hij dompelt zijn sponsen hand erin en wrijft stroef over zijn gezicht, draait zich naar mij om: ça ne vas pas, il faut voire un docteur

-Paul, kijk eens in de spiegel. We kijken samen naar ons spiegelbeeld.

-Lach eens, probeer ik met een glimlach maar heb dadelijk spijt van mijn suggestie want daar breekt zijn gezicht in verdriet open. Hij huilt en snikt met het hoofd gebogen. Ik wend mijn blik af, voel mijn eigen vat borrelen. Stomme zet, die fout bega ik niet meer. Met grote halen was ik zijn rug, grondig masserend, ik wil dat hij voelt, iets anders dan verdriet. Mijn bekommernis, mijn wil om hem te bereiken, de sleutel zoek ik, sinds ik  1 maart mijn intrede deed op psychogeriatrie.

Begeesterd pluis  ik zijn dossier uit want wie was Paul voor zijn lichamelijke preoccupatie, voor het obessief compulsief gedrag boven kwam, maar ik vind bitter weinig. Wel dat het al zes jaar aan de gang is, dat ‘men’ niet weet hoe hem te behandelen, dat hij al overal is opgenomen, ook in psychiatrie en vandaar naar ons. Cognitief zit het nog goed, het bezoek van zijn lieve vrouw illustreerde dit overduidelijk. Terloops hoor ik dat er recent een seminarie over dit unicum gegeven werd.

En wij,  verpleegkundigen daar niets van af weten??? Ik die me suf pieker hoe ik met Paul kan omspringen. Gezien het gebrek aan algemeen beleid laat ik mijn buikgevoel spreken, haal geregeld de truken boven die ietwat effect hebben: op nummer 1: afleiden met gelijk welk onderwerp, vragen stellen om hem voor te zijn, negeren, een time-out, hem te ruste leggen, luisteren en mijn hersenen pijnigen voor een origineel antwoord, iets anders dan ‘mais si’. Maar of dit wetenschappelijk is? En dan horen van een seminarie. Ik kruip meteen in mijn pen en stuur een mail naar de als- ik -u-niet-zie-dan-schrijf-ik-u-wel hoofddokter als daar Madame de assistente het buro binnenwandelt. Aanstonds stel ik de vraag:

-Mag ik een verslag van dat seminarie? Ze gunt me hooguit één blik bij haar wedervraag:

-Waarom?

-Waarom!!!

-Ja, dat is alleen voor de dokters en psychologen.

Dimmen, dimmen,dimmen.

~ door pyreja op april 13, 2010.

2 Reacties to “Dimmen”

  1. Heel mooi stukje, bijna poëtische kop en lijf met een venijnige staart. Ik zou zeggen, hou de poten stijf!

  2. Thx Nadja, een reactie van iemand die in ’t vak staat, daar zat ik op te wachten. Het verhaal is nog niet af, ik leg me niet zomaar neer bij dokters die ’t personeel willen dom houden.
    -Ik ben auteur van dat seminarie en ik stuur dat zomaar niet door: daar mocht ik het mee doen.
    Een andere dokter in een ander ziekenhuis zou blij zijn dat men interesse stelt en zich wil verbeteren, deze niet.
    Maar gisteren, bij het uitdelen van de medicatie aan tafel moest ik me zwaar concentreren, en toen hij zich weer naar mij richtte met ‘je ne peut pas manger (met zijn mond vol), ni boire, je n’en peut plus’ antwoordde ik hem ‘moi non plus’. Toen heeft hij me gerust gelaten.

Plaats een reactie